Vakantie verhaal – Alis naar de Filistijnen

Hoofdstuk 1

Daar zat ik dan. Dood en dood zenuwachtig. Alles hing van de volgende twintig minuten af. Twaalfhonderd seconden is alles dat ze me gaven om mijn bedrijf te redden. Twee keer tien minuten maar. Ongelofelijk. Enorme zweetdruppels rolden van mijn voorhoofd naar mijn neus. Weer duwde ik mijn bril terug op zijn plaats. Ik keek op mijn horloge.
nog twee minuten, één tiende deel van mijn tijd, en dan zouden Fitz en Fizzle van Fitz&Fizzle mij komen halen. Zij waren mijn aller laatste kans. Sinds ik vijf jaar, drie maanden en twaalf dagen geleden vanuit Schotland naar de Filipijnen ben verhuisd, heb ik mijn hart en ziel gestoken in mijn bedrijf WalkiEZ (spreek uit walk-ie-zie). Ik verkoop walkmans met gemak! Nou ja, verkocht eigenlijk. Aan het begin liepen de mensen hier nog enorm achter op de Westerse wereld. Toen ik WalkiEZ introduceerde, verliep de verkoop als een trein. Snap je? De verkoop van de walkman verliep goed omdat men achter liep. Ik ben elke dag beschikbaar, dank u. Tenzij dit gesprek goed verloopt, dan ben ik te druk bezig met het opnieuw opstarten van WalkiEZ. Ik las snel mijn tekst nog eens door en veegde vervolgens mijn klamme handen af aan mijn pantalon. Aan mijn overtuiging zou het in ieder geval niet liggen. Zeg nou eerlijk: Wat is er nou beter dan altijd en overal naar CD’s te kunnen luisteren? Precies, helemaal niets! Vanuit mijn ooghoek zag ik Fitz al aan komen lopen. Of was het toch Fizzle? Ze lijken zo op elkaar met dat bruine haar enzo. De man kwam voor me staan en stak zijn hand uit. Ik stond op van de ongemakkelijke stoel en schudde zijn hand.
“Meneer McMalister, van harte welkom. Meneer Fizzle wacht op ons in de vergaderruimte. Loopt u mee?” De man draaide zich om en liep met grote passen weg. Ik pakte snel mijn koffer, struikelde over mijn jas en haastte me achter hem aan. Had ik toch mooi gelijk over zijn naam.
We liepen een glazen ruimte binnen. Fizzle, met exact hetzelfde kapsel als Fitz, zat aan de gitzwarte tafel wat papier door te kijken. Bij het openen van de deur keek hij op.
“Ah, meneer McMalister, welkom.” Hij schudde mijn hand en gebaarde dat ik tegenover hem plaats moest nemen. Ik zakte op de stoel met mijn handen stevig omklemt om mijn koffertje.
“Voor we beginnen…” begon Fitz die naast Fizzle had plaatsgenomen.
“…moet u weten dat u maar twintig minuten de tijd heeft,” maakte Fizzle af. Vier keer vijf minuten. Ik wist het heel goed. Ik had het helemaal uitgedacht. Ik wist precies wat ik wanneer moest zeggen met de gepaste afbeelding en emotie erbij. Met trillende vingers opende ik mijn koffer en kieperde de inhoud op tafel. Fitz maakte meteen een aantekening. Dat was duidelijk geen goed teken. Maar een slecht begin is het halve werk. Er was nog hoop.
“Dus, eh, ik ben Alistair McMalister en ik ben hier om WalkiEZ te vertegenwoordigen.” Mijn stem trilde. Voornamelijk omdat ik mijn introductie meteen al verpest had. Tijdens mijn generale repetitie klonk het meer als: “WalkiEZ, makes walking through life much easier and you’re about to find out why!” Normaal gesproken was het de generale repetitie die afgrijselijk ging en niet de daadwerkelijke uitvoering. Mooi niet dus. Ik zal je de overige achttien minuten besparen. Deze bestonden voornamelijk uit versprekingen, het laten zien van de verkeerde grafieken en Fitz en Fizzle die in hun vuistje lachten. Drieëntwintig minuten later stond ik op straat. Alles had van die twintig minuten, het waren er zelfs maar negentien, afgehangen en nu stond ik op straat. Er was duidelijk geen hoop meer voor WalkiEZ. Wat most ik nu? Ik keek op mijn horloge. Half vier. Ik moest naar huis en pizza bestellen. Misschien kon ik onderweg nog een fles wijn halen. Er zat even niets anders op.

Leave a comment